Rembrandt van Rijn

Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1609-1669) maakte aanvankelijk kleine, zeer glad geschilderde bijbelse taferelen. Zijn leven lang zou Rembrandt uitzonderlijk gevoelig zijn voor het werk van andere kunstenaars. Vooral dat van de Italianen uit de renaissance, maar ook van niet-Europese kunstenaars.

In 1631-32 verhuisde hij vanuit zijn geboortestad Leiden naar het welvarender Amsterdam, het belangrijkste handelscentrum van de Republiek. Hij was één van de meest toonaangevende kunstenaars van zijn tijd, vooral op het gebied van portretten.

Rembrandt van Rijn in Barok

De verdeling van Europa in katholiek en protestant domineerde het baroktijdperk. De protestanten beschouwden de katholieke verering van heiligen en relieken als bijgelovig. De protestantse kunst beeldde bijbelverhalen, preken en scenes van privé toewijding af die een directe relatie met God benadrukt. Deze schilderstijl heet sektarisme.

De heilige Mattheus en de engel, 1661
De heilige Mattheus en de engel, 1661

Rembrandt was onderdeel van het sektarisme. Hierin plaatsten de protestanten de autoriteit van de bijbel boven die van de kerk. Ze geloofden daarbij dat de bijbel goddelijk was geïnspireerd. Op dit schilderij toont Rembrandt de heilige Mattheus die zijn evangelie schrijft. De woorden worden ingefluisterd door een engel die door God is gestuurd. De blik op zijn gezicht is nadenkend. Hij zet de woorden af tegen zijn geweten in het geloof dat God (en niet de kerk) hem rechtstreeks naar de waarheid zal leiden.

De nachtwacht

De nachtwacht is altijd als Rembrandts meesterwerk beschouwd. Hierin toont hij de barok stijl gesturalisme. In deze stijl werden gezichts uitdrukkingen en lichaamshoudingen begrijpelijker. In complexe groepen gebruikte schilders deze stijl waarin verschillende gebaren verschillende reacties uitdrukken. Zo werd de ziel van de persoon getoond door middel van fysieke bewegingen van het lichaam, of werd de status van iemand weergegeven.

Later zwakte zijn roem af, en daarmee zijn welstand, door oorzaken die hier niets mee te maken hadden. Omdat hij als portretschilder minder opdrachten kreeg, moest hij later mensen uit zijn eigen kring of zichzelf als model gebruiken. Geen kunstenaar vóór hem heeft zichzelf zo vaak geportretteerd. Uiteindelijk liet hij honderden zelfportretten (schilderijen én etsen) na. Onbedoeld de allereerste picturale autobiografie.