Beschrijving
Irissen (1890)
De Irissen is een bekend schilderij van de Nederlandse kunstschilder Vincent van Gogh.
Het doek werd geschilderd kort voor de eerste opname van Van Gogh in de psychiatrische inrichting van Saint-Paul-de-Mausole in Saint-Rémy-de-Provence. In zijn correspondentie noemde hij het werk “de bliksemafleider voor mijn ziekte”. Er is een grote spanning en ongedurigheid waarneembaar in de uitwerking. Qua stijl is de invloed waarneembaar van de Japanse prentkunst, zoals in veel van zijn werken.
Het schilderij was voor hem in eerste plaats een kleurenstudie. Hij zocht naar een krachtig kleurcontrast. Door de paarse bloemen tegeneen gele achtergrond te zetten, kwamen de decoratieve vormen extra fel uit. Oorspronkelijk waren de irissen paars. Door verbleking van een rood pigment zijn de bloemen inmiddels blauw geworden. Van Gogh schilderde het boeket twee keer. In het andere stilleven streefde hij juist naar een contrast van paars en roze tegenover groen.
Over Vincent van Gogh
Vincent Willem van Gogh (1853-1890) streefde naar een symbolistische, expressieve stijl. Voor hem was kunst een middel tot persoonlijk geestelijke gezondheid. Hij werd pas in 1881 kunstenaar en zag dat echt als roeping. Hij maakte meer dan 800 schilderijen in de 9 jaar dat hij schilder was. In 1890, pleegde hij zelfmoord na enkele perioden van krankzinnigheid en een vrijwillig verblijf in een psychiatrische kliniek. De kwelling die Van Gogh ervoer is onderdeel van een van de meest uitvoerig terug te lezen ervaringen van een kunstenaar. Dit was dankzij de brieven die hij uitwisselde met zijn broer Theo. Deze zijn allemaal bewaard, en een groot deel is terug te lezen in het Van Gogh Museum.
Van Gogh had theologie gestudeerd en was voor zijn kunstenaarschap hulppredikant in de Borinage in België. Toen hij zijn schilderkunst ontdekte, vond hij eindelijk vervulling in zijn werk. Ieder schilderij werd een kreet in zijn strijd om zijn heftige, gefrustreerde emoties uit te drukken. ‘Af en toe heb ik een vreselijke helderheid,’ schreef hij in 1888. ‘Ik ben me niet meer bewust van mezelf, en het schilderij verschijnt me als in een droom.’ Kronkelende vormen en een heftig geëmotioneerde penseelvoering geven met bijna hallucinerende kracht uitdrukking aan de stuiptrekkingen van zijn gekwelde gevoeligheid voor de angst en het gevoel van onzekerheid die hem dreigden te overspoelen.
Bronnen:
Algemene kunstgeschiedenis – Hugh Honour & John Fleming
KUNST begrijpen – Stephen Little